Geschiedenis van het judo

1. Het feodale stelsel, de samoerai en ju-jitsu.

Samoerai krijger



Judo is ontstaan uit het kumi-ushi. Dat was de techniek van het ongewapend vechten die de samoerai-krijgers werd aangeleerd. Deze technieken stonden vermeld in het boek , de densho, die alleen door de belangrijkste meesters kon geraadpleegd worden. Toen het tijdperk van de samoerai ten einde was (1868: einde van

feodaal stelsel in Japan), werd de densho openbaar gemaakt en ontstond daaruit de ju-jitsu, die in verschillende scholen in Japan werd onderricht.


2. Jigoro Kano, Stichter van het judo

Jigoro Kano (1860 - 1938)


Meester Jigoro Kano, geboren op 28 oktober 1860 in het dorp Mikage, Elf jaar later, in 1871, verhuisde hij met zijn familie naar Tokio. Hij studeerde daar filosofie, economie en politieke wetenschappen. Later werd hij leraar aan de school voor edelen (gakushuin) en bekleedde ook hoge staatsposten

Jigoro Kano was zeer tenger van lichaamsbouw, maar met een grote gedrevenheid begon hij ju-jitsu te leren. Hij had via verhalen kennis gemaakt met het principe dat door gebruik van jujutsu het voor een zwakkere mogelijk was een sterkere te overwinnen. Een oude Japanse jujutsu meester en vriend van de familie Kano, Teinosuke Yagi, bracht Jigoro Kano in contact met het jujutsu. Na lang zoeken kreeg Jigoro onderricht van de meesters Hachinosuke Fukuda, Masatomt Iso (Tenshin-shin'yo ryu) en van meester Tsunetoshi Ikubo (Kito ryu). Deze drie meesters leerden Jigoro Kano de geheimen van hun respectievelijke scholen. Zodanig zelfs dat hij op 22-jarige leeftijd van een van de grootmeesters, Ikubo, te horen kreeg: “Ik heb u niets meer te leren”. Verder vervolmaakte hij zich nog door studie van geschriften (o.a. de densho) en van andere jujutsu-scholen maar ook door het bestuderen van buitenlandse werken over lichamelijke opvoeding.

Aan het rijkgevulde leven van Jigoro Kano kwam een einde op 4 mei 1938, ten gevolge van een longontsteking opgedaan tijdens een bootreis van Caïro via Amerika naar zijn land, vanwege een bijeenkomst van het Olympisch Comité.


3. Kodokan-judo


In 1882 opende Jigoro Kano zijn eigen school, de Kodokan. Kodokan betekent zoiets als 'bijeenkomst voor verkondiging van de waarheid'. Naast de studie bij de beroemde ju-jitsumeesters en de zelfstudie van de densho, had meester Kano ook veel aandacht voor de oosterse Zen-filosofie, waarin onder andere 'geen weerstand bieden' en soepelheid' gepredikt werden. Daaruit ontwikkelde hij een eigen onderricht, in een dojo met 12 tatami's (rijststromatten van 1.88 m op 0.94 m en 6 cm dikte) in de Eishoji tempel in Tokio. Met opzet had meester kano “ju-tsu” niet gebruikt maar wel veranderd in “ju-do”, zo onderwees hij geen jujustu maar wel judo (ju is soepel en do is de weg). Hij noemde het het Kodokan-judo. Gedurende de daaropvolgende jaren werd het onderricht nog technisch aangevuld en omstreeks 1922 stond het volledig op punt.

Eeishoji Tempel

4. Ontwikkeling van het kodokan-judo


Met de klem- en verwurgtechnieken van de tenshin-shin'yo ryu en de worpen van de kito ryu nam het technische judo een start in de eisoji-tempel. In tegenstelling met de jutsu-scholen werd aan de shizenhontai (de basishouding) aandacht besteed alsook aan het kuzushi en het tsukuri van een techniek en werd het randori gebruikt als trainingsvorm. Het kodokan verhuisde van Eishoji naar Imagawa (1883) en dan naar Koji-Machi. Daar werden Shiro Saigo en Tsunejiro Tomita eerste dan (1884). Deze twee, met de nieuwe leerlingen Sakujiro Yokohama en Yoshiaki Yamamoto, worden de steunpilaren van het kodokan. Weer verhuisde het kodokan, nu naar Fujimi-Cho (1889), hier nam het aantal leerlingen toe en werden de eerste leefregels opgesteld. De leerlingen werden ingedeeld in drie groepen: de externen, de internen en de echte leerlingen of zij die zich volledig met judo bezighielden. De worpen werden in reeksen ingedeeld en in 1895 was de eerste gokyo klaar. Deze gokyo werd in 1910 verbeterd en aangepast, toen kwam men tot 5 reeksen van 8 technieken. Na Suidobashi (1933) met een dojo van 514 tatami's belandde kodokan in Bunkyo-Kasuga (1958).

Na de dood van Jigoro Kano wordt Nango Shiro (1940) de president van het kodokan, deze wordt in 1946 opgevolgd door de tweede zoon van J. Kano: Risei Kano. Vanaf 1950 wordt judo onderwezen in de Japanse scholen. Meer aandacht wordt er besteed aan de indeling van het grondwerk, terwijl het ate waza enkel in kata vorm beoefend blijft. Tevens wordt aandacht besteed aan de kata’s. Jigoro Kano stelde het nage-no-kata en katame-no-kata samen als de studie van de toepassingstechnieken (samen randori-no-kata genoemd). Het koshiki-no-kata werd verder beoefend uit eerbied voor de kito-ryu. In 1887 werd het juno-kata (vorm van soepelheid) samengesteld met als doel een harmonisch geheel te vormen met het randori. Daar kwam dan nog kime-no-kata (vorm van beslissing) en seiryoku-zen'yo-kokumin-taiiku-no-kata (nationale opvoeding voor maximum resultaat) bij. Het artistieke en filosofische deel komt aan bod in de itsutsu-no-kata (vorm der vijf).In 1956 werd de moderne zelfverdediging vastgelegd in het kodokan-goshin-jutsu. In 1982 bij het vernieuwen van het kodokan te Kasuga wordt de kleinzoon van Jigoro Kano, Yukimitsu Kano, president van het kodokan.Het kodokan zond zijn leerlingen uit over gans de wereld. Yamashita onderwees judo in Amerika. Naar Europa kwamen de meesters: Kawaishi (Frankrijk) en Koizumi (Engeland). Meester Kawaishi werkte een eigen onderwijssysteem uit voor de Europeaan, met ondermeer de kleurgordels. Na de komst van meester Ichiro Abe in 1950 in Frankrijk en in 1953 in België werd terug het kodokan systeem beoefend.

5. Olympische sport




Na een moeilijke start en minachting van andere jutsu-scholen brak het kodokan-judo door in 1886. Dat jaar richtte de hoofdstedelijke politie van Tokio een tornooi. Hieraan namen 15 judoka's van meester Jigoro Kano en 15 jutsuka's van meester Totsuka deel. Het werd een 13-0 overwinning voor het kodokan. De suprematie van het kodokan was bewezen en de sport verspreidde zich over Japan en later over gans de wereld. In 1887 kwam de technische zijde van het judo tot zijn voltooiing, terwijl de spirituele fase zijn vervolmaking kreeg in 1922 met twee spreuken: “seiryoku zen'yo” = maximale doeltreffendheid met een minimum aan inspanning en “Jita Kyoei” = voorspoed en algemeen welzijn (zie pagina filosofie). Een jaar later (1923) werd er gestart met het damesjudo en in 1930 werd een eerste judo kampioenschap van Japan gehouden. Na de Tweede Wereldoorlog gingen veel niet-Japanners naar Japan om meer over judo te weten te komen. Judo bleef niet langer een 'Japans geheimpje'. Er konden echte wedstrijden in gehouden worden, sportief en veilig. In 1953 werd de Internationale Judo Federatie opgericht. En in 1964 was judo voor het eerst vertegenwoordigd op de Olympische spelen van Tokio.

6. Het hedendaagse Judo


Vanaf eind jaren '50, begin de jaren '60 raakte het judo ook bij ons bekend. Meesters Hirano en Abe lagen met hun onderricht aan de basis van het judo in België. Meester Abe was de officiële afgevaardigde uit Japan, terwijl meester Hirano verantwoordelijk was voor de opleiding van de competitiejudoka's. Heden is het judo vooral bekend geraakt door befaamde competitiejudokas als Robert Van de Walle, Ingrid Berghmans, Ulla Werbrouck, Harry Van Barneveld en Gella Vandecaveye en het afgelopen jaar Dirk Vantichelt, Ilse Heylen en Charline Van Snick.

ulla werbrouck op een training in Aalbeke

Bekende Judoka's

Ingrid Berghmans


Ingrid Berghmans (Koersel, 24 augustus 1961) is een Belgische judoka. In de jaren 80 was ze de beste vrouwelijke judoka ter wereld: ze behaalde 6 wereldtitels, 7 Europese titels en werd 8 maal uitgeroepen tot "Sportvrouw van het jaar". Ze wordt dan ook beschouwd als de grootste Belgische sportvrouw ooit en werd "Sportvrouw van de eeuw". Haar record werd in 2003 geëvenaard door Ryoko Tamura.

Ulla Werbrouck


Ulla Werbrouck (Izegem, 24 januari 1972) is een Belgische judoka in de categorie tot 70 kg en tot 72 kg. In de jaren negentig behoorde ze tot de wereldtop. Zij werd olympisch kampioene, zevenmaal Europees kampioene, tweemaal Europees jeugdkampioene en wereldjeugdkampioene. Ook is ze Europees recordhoudster met 13 jaar na-een een podiumplaats op de Europese kampioenschappen.

Gella Vandecaveye


Gella Vandecaveye (Kortrijk, 5 juni 1973) is een Belgische ex-judoka.

Vandecaveye begon op achtjarige leeftijd met judo bij Judoclub Zwevegem. Zij maakte op haar vijftiende de overstap naar Judoclub Jenos Kwai Hooglede onder leiding van haar trainer en toeverlaat Eddy Vinckier, en brak in 1993 door met een wereldtitel. Zij combineerde met succes topsport en hogere studies communicatiemanagement


Charline Van Snick


Charline Van Snick (Luik, 2 september 1990) is een Belgisch judoka uit Luik in de categorie tot 48 kg. Ze is aangesloten bij de Judo Club Bushido in Saive in de provincie Luik.

Charline Van Snick studeerde marketing aan de hogeschool in de provincie Luik (la Haute École de la Province de Liège). Ze deed reeds judo op haar zesde en deed mee aan wedstrijden vanaf haar tiende jaar.

Na verschillende keren het podium gehaald te hebben in internationale competities, behaalde ze op de leeftijd van 15 jaar een negende plaats in de categorie -48 kg op haar eerste Europees Kampioenschap. Twee jaar later won ze de bronzen medaille op het Europees Kampioenschap. In 2009 won ze in totaal negen gouden medailles, waaronder de Europese titel in de categorie junior en eindigde ze vijfde bij het Wereldkampioenschap.


Ilse Heylen


Ilse Heylen (Edegem, 21 maart 1977) is een Belgische judoka. Ze nam driemaal deel aan de Olympische Spelen.

Op haar olympisch debuut op de Olympische Spelen van 2004 (Athene) behaalde ze een bronzen medaille in de gewichtsklasse tot 52 kg.

In 2009 behaalde ze een bronzen medaille in haar gewichtsklasse op het Europees Kampioenschap Judo in Tbilissi. In 2008 werd ze zevende. In 2007 behaalde ze ook een bronzen medaille en ook in 2006 werd ze derde op het Europees Kampioenschap in Tampere. In 2005 behaalde ze de gouden medaille op het EK. Ze werd tweede tijdens het Europees kampioenschap 2004, Belgisch kampioen in 1997 en 2001 in de categorie - 48 kg. Op de Olympische Spelen van 2008 in Peking moest ze genoegen nemen met een zevende plaats en op de Olympische Spelen van 2012 te London verloor ze de kamp om het brons.

Ze is licentiate lichamelijke opvoeding en heeft een tewerkstellingscontract als atlete (2004) bij het BLOSO.


Harry Van Barneveld


Harry Van Barneveld (Amsterdam, 18 februari 1967) is een voormalig Belgisch judoka 6e dan. Op de Olympische Zomerspelen 1996 won hij een bronzen medaille in de categorie +95kg. Hij werd in totaal 18 keer Belgisch kampioen.

In 2003 werd hij politieagent, en later inspecteur bij de zone Brussel-Hoofdstad Elsene. In 2013 werd hij inspecteur bij de zone Oostende.

Robert Van de Walle


Robert Van de Walle (Oostende, 20 mei 1954) is een voormalige Belgische judoka. Hij nam vijfmaal deel aan de Olympische Spelen en won hierbij in totaal twee medailles.

Op het einde van de jaren '70 bereikt het Belgische judo de wereldtop dankzij Robert Van de Walle, en even later, ook door Ingrid Berghmans. In de finale van de Olympische Spelen van 1980 in Moskou, haalde Van de Walle het van de Georgiër Khouboulouri in de categorie -95 kg. Vier jaar later in Los Angeles verloor hij in de eerste ronde van een Amerikaan, door een scheidsrechterlijke dwaling. In 1988 (Seoel) haalt hij de finale niet, maar weet toch een bronzen medaille in de wacht te slepen. In 1992 (Barcelona) neemt hij nog deel, maar zonder groot succes.

Tegenwoordig is Van de Walle actief als mental coach voor bedrijven, nadat hij eerder in het seizoen 1992-1993 al eens mental coach was bij Sporting Lokeren.

Op 10 juni 2007 behaalde hij de 8ste dan-graad.

Robert Van de Walle is peter van de 24 uur van Snaaskerke, een benefiet ten voordele van revaliderende verkeersslachtoffers.


Dirk Van Tichelt


Dirk Van Tichelt (Turnhout, 10 juni 1984) is een Belgisch judoka. Hij is twaalfvoudig Belgisch kampioen (8 x senioren + 3 x junioren + 1 x kadetten) en voormalig Europees kampioen judo. In juli 2009 voerde Van Tichelt de wereldranglijst aan.

In 2008 werd hij Europees kampioen op de Europese kampioenschappen in Lissabon in de gewichtsklasse -73 kg. Hij haalde als eerste Belgische judoka goud op een Europese kampioenschappen sinds 1999. Op de Olympische Spelen van Peking behaalde hij een vijfde plaats in de gewichtsklasse -73 kg, net als de Iraniër Ali Maloumat.

In 2009 veroverde Van Tichelt in sportpaleis Ahoy in Rotterdam zijn eerste medaille bij de wereldkampioenschappen: brons. In 2012 kon hij zich opnieuw plaatsen voor de Olympische Zomerspelen. Van Tichelt verloor er in de achtste finales en eindigde zo op een negende plaats. In 2013 veroverde Van Tichelt zijn 2e WK-medaille te Rio en sloot vervolgens datzelfde jaar af als nummer 2 op de wereldranglijst -73kg.

Zijn oorspronkelijke judoclub is Hirano Brecht. Momenteel is hij aangesloten bij judoclub JC Koksijde.

Aan de Vrije Universiteit Brussel behaalde hij zijn Licentiaat Lichamelijke Opvoeding.[1] Daarvoor volgde hij les aan de Topsportschool Merksem